zondag 15 juli 2018

NZH gaat de Straatweg op

Op "Volgende Halte" (Arnhem, 2016) en Kleine Bahn Ganz Gross (Stuttgart, 2017) was Schragenhave te zien met rechts een enkelsporig kopeindpunt. Dit was een voorlopige toestand. "Ooit" moest er nog zo'n 90 cm worden bijgemaakt, maar dat was er nog niet van gekomen. Na lang aarzelen heb ik dan toch maar besloten om het nog ontbrekende laatste deel van Schragenhave te bouwen. Dit was de stand van zaken:


(Duitse tekst, want vorig jaar gemaakt voor Kleine Bahn Ganz Gross.)

Twee bakken van gelijke afmeting kunnen mooi samen  worden opgeslagen, en eventueel vervoerd. Kortom, iets meer rijlengte, zonder veel extra ruimtebeslag bij het vervoer of opslag.

Hoe gaat dat nieuwe stuk eruitzien? Gedachtengang: wat is typerend voor het normaalspoornet van de NZH?

(1) Zwaar uitgevoerd dubbelspoor op eigen baan, al dan niet in het midden van de weg met heggen erlangs. Maar dat dubbelspoor, met zijn dwarsliggers, lijkt wel erg op een spoorlijn, en die hebben we al zo vaak gezien.
(2) Dubbel straatspoor in de provinciale weg, in Holland vaak 'straatweg' geheten. Dat komt minder vaak voor op modelbanen, en dat wordt het dus. Ongeveer zo:



Wat de aankleding betreft, moet het niet overladen worden. Op de straatweg is plaats voor een enkele auto. Het remise-achterterrein komt goed van pas, want men heeft altijd te veel materieel nietwaar. Een kas of iets dergelijks dient als rechtercoulisse op de voorgrond zodat je niet ziet dat het spoor eindigt.

Alle sporen hebben ongeveer dezelfde lengte, zodat de enkelgelede A619/620 erop past. Door die lengte-eis kwamen de wissels van het overloopspoor wel aan weerszijden van de segmentscheiding te liggen. Een uitdaging! ABC zijn de sporen waar de trams met Lenz-decoders automatisch kopmaken.



Extending 1:45 tramline
Het strengelspoor eindigde onder op de foto in een wissel, waarna nog een kopspoor volgde. Dit kopspoor wordt verdubbeld, en doorgetrokken op de volgende module. Dus niet meer van strengel- naar enkelspoor, maar van strengel- naar dubbelspoor, zoals het ter plaatse indertijd ook was. Onderdelen van het wissel zijn overigens hergebruikt in het wissel in het midden van de foto. Ik heb niet voor niets zo lang aan de wisseltongen zitten vijlen.

Het kopspoor lag tot nu toe in eigen bedding naast de straat. Het nieuwe (westelijke) spoor ligt in de straat, en om het oostelijke ook in het wegdek te krijgen, wordt de weg verbreed. Lekker knutselen. Bijkomend effect van zo'n verbouwing is dat er zichtbare overblijfselen van een oudere situatie zichtbaar zijn, waardoor het geheel wat meer doorleefd gaat ogen.


Sporen bouwen 1:45

zaterdag 21 april 2018

Rijtuig 43 van de Gooische Tramweg Maatschappij (2)

Het rijtuig is inmiddels voorzien van koppelingen, interieur, reizigers en vensterglas. In en na WOII was veel materieel van de GTM geschilderd in NS-groen; dat heb ik dus ook maar gedaan. Ik heb geen indicatie kunnen vinden van de feitelijke kleur van het rijtuig. Het kan evengoed donkerbruin zijn geweest.

GTM-rijtuig 43, schaal 1:45

De hekjes ter afsluiting van de balkons aan voor- en zijkanten ontbreken nog.

GTM-rijtuig 43, schaal 1:45

Het model is een interpretatie, geen exacte weergave. Het is iets te kort, en de bovenkanten van de vensters waren bij het voorbeeld gebogen, niet recht. De merkwaardige vensterindeling klopt wel.

dinsdag 3 april 2018

Rijtuig 43 van de Gooische Tramweg Maatschappij

Van een Engelse spoornulvriend kreeg ik twee kunststofkits van tramrijtuigen. Het ene exemplaar was een tweeassig trammetje uit Tokio, 1:45 volgens de doos, van een type waarvan ik eerder al een soort NZH-stadsrijtuigje maakte. Het andere was de bekende kabeltram uit San Francisco in 1:48, het half open en half gesloten type, waarvan ook al een exemplaar op het Eiland Waan rondreed als getrokken vierasser. Wat zou ik daar nu eens mee doen, met die twee bouwkits?
Gooise Tramw. Mij., rijtuig 43
Gooise Tramw. Mij., rijtuig 43

Toevallig zat ik net in een stoomtramperiode, en in het stoomtramrijtuigenboek van Dijkers zag ik een rijtuig van de Gooische Tramweg Mij.  waarvan de rare raamindeling wel mogelijkheden bood. Met een beetje handigheid zou ik beide kits erin kunnen verwerken. Verder was het een tamelijk gewoon vierassig rijtuig, met lichtkap en open balkons. Het had wel vreemde draaistellen met binnenliggende frames. (A. Dijkers, 2004, De rijtuigen van de ... tramwegen, pag. 260 onderaan.)

De onregelmatige raamindeling was overigens een gevolg van de oorsprong van dit voertuig; het was ooit een open rijtuig geweest met een eveneens open eersteklasafdeling in de middelste compartimenten. Dat verklaart ook de binnenliggende draaistelframes; met buitenliggende frames waren de draaistellen breder geweest en had het rijtuig geen doorlopende treeplank kunnen hebben, zoals gebruikelijk bij open tramrijtuigen. In zeer krappe bogen, niet zeldzaam bij trambedrijven,  zouden de draaistellen dan de planken eraf gewrongen hebben. Rijtuig 43 verloor zijn treeplank bij de ombouw tot gesloten variant, en die heb ik daarom gekozen. De andere schijnen hun treeplanken te hebben gehouden.

Door de onderrand van de vensters op één lijn te houden heb ik geprobeerd de zijwanden tot een eenheid te maken. De boogvensters van de Japanse tram werden rechtgemaakt en samengevoegd tot grotere vensters.


Gooise Tramw. Mij., rijtuig 43


Op soortgelijke wijze zijn de lichtkappen van beide rijtuigen - overlappend - verenigd. De rondingen van het lichtkapdak kwamen goed overeen.

Het open compartiment van de San Franciscotram heb ik niet gebruikt. Uit eigen werkplaats komen het messing frame, de dito balkonschermen en de trucks, die beide zijn afgeveerd.

Gooise Tramw. Mij., rijtuig 43

In de volgende fase maak ik de koppelingen en het interieur.

woensdag 28 februari 2018

Dienstwagen NCS102 tram Utrecht-Zeist (1885)

In de reeks 'wat doen we met die kits in de kast' kwam ik deze tegen. Een Midland Railway 10-tons remmerswagen.



Zo'n raar ding heeft in ieder geval nooit op Nederlandse rails gereden. Maar misschien iets wat erop leek? In het onvolprezen boek van Dijkers, De goederenwagens van de Nederlandse tramwegen, trof ik op pagina 47 een gesloten wagentje aan waarvan de bak ongeveer dezelfde lengte had.

 Bij de NVBS ontdekte ik er een foto van. Log in bij de beeldbank en tik als zoekterm in 130.640, dan krijg je het negatief met dat nummer.

 Het is een voormalige paardentramgoederenwagen van de Stichtse Tramway Maatschappij, gebouwd in 1885. Die kwam terecht bij de NCS die aanvankelijk de exploitant was van de elektrische tram Utrecht-Zeist (later de NBM). De NCS maakte er gedurende enige tijd een bovenleidingmontagewagen van, genummerd 102.

Uiteindelijk beleefde de 102 als dienstwagen nog het einde van de Zeister tram. In die toestand heb ik het model proberen uit te beelden. Eerst de kit, met alvast één kopwand op de juiste breedte gebracht. De MR Brake Van had maar één balkon ('veranda'), maar desondanks hebben de zijwanden aan beide uiteinden een doorlopende dakbalk. Dat komt goed uit, want de NCS 102 had twee balkons. De idioot grote spoorwielen gebruik ik niet; ze worden vervangen door wielen met een meer tramachtige afmeting.
  Tramgoederenwagen NCS102

De aspotten worden wat afgeslankt, want zo groot waren ze nou ook weer niet.
  Tramgoederenwagen NCS102

Na enige tijd snijden en plakken is dit het resultaat. Het dak ligt er los bovenop, en de treeplanken bungelen nog los aan de stelbalk. Op de zijwand is een schuifdeur verschenen van Evergreen-strips.
  Tramgoederenwagen NCS102

Halverwege het schilderwerk. Eigenlijk is het 'ontschilderen', want de wagen wordt uitgebeeld in de desolate toestand waarin hij op het sloopspoortje in Zeist stond. Het dak ligt er nog steeds los op.
  Tramgoederenwagen NCS102

zaterdag 24 februari 2018

Nederlandse stoomtram-bakwagen (1886)

Even terug naar de normaalsporige tram weer.

Ik bewaar al die doosjes met Britse kits omdat ik er "ooit nog eens" Nederlandse stoomtramwagons van wil maken. Hier is er één.

De Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtrammaatschappij Haarlem Leiden (NZHSTM-HL) bezat vier open wagens, gebouwd in 1886. Eén daarvan overleefde nog tot 1933, als laswagen H107 van de NZH. Wie het wil nalezen: zie A. Dijkers, De goederenwagens van de Ned. tramwegen, pag. 23.

De Great Western Rly. had soortgelijke bakwagens met hoge zijden. Het Cooper Craft-kitje van deze wagens moest er dus aan geloven.

Onderaan de oorspronkelijke zijkant en kopwand, boven de ingekorte versies. Ook de wagonvloer is al op Nederlands stoomtramformaat gebracht.

NZH H107 (1886-1933) 1:45


De wielen zaten ook in het doosje; of ze er ook echt bijhoorden weet ik niet, maar ik heb ze toch gebruikt.

In tegenstelling tot de GWR-wagen had deze alleen een zijwaarts omlaagklappend laadpaneel, zonder de klapdeuren bovenin. Hier zie je de zijden, met enig toegevoegd ijzerbeslag in wit plastikard.

NZH H107 (1886-1933) 1:45

En hier is dan de NZH H107, kort voordat hij zou worden afgevoerd. De wagen heeft maar aan één kant remwerk; of dat bij het voorbeeld ook zo was, vermeldt de geschiedenis niet. Aangezien het model gesitueerd is in 1933, heeft het de bekerkoppelingen die gangbaar waren bij het elektrische trambedrijf.

NZH H107 (1886-1933) 1:45



Ik heb toch nog een foto gevonden van deze bakwagen! In de onvolprezen NVBS-beeldbank, negatiefnummer 146.073 (voer dat in in het zoekveld Alle tekst, en Begin zoekactie).

De tekst meldt ten onrechte dat het de H106 is (die met de puntige kopschotten), maar het nummer H107 is duidelijk leesbaar en met enige moeite zie je de rechte kopschotten van de bakwagen. Ik heb het de NVBS gemeld.