maandag 22 augustus 2011

Toch maar digitaal

augustus 2011 - De digitalisering van het Waanse rollend materieel is toch weer van de grond gekomen. Hoewel een automatisch vierwagenbedrijf mogelijk was met de klassieke analoge voeding, bestond daarbij het probleem dat het alleen perfect werkte met vier wagens die allemaal dezelfde snelheid hadden. Dat is moeilijk te realiseren met één voeding voor de hele baan. Bij digitaal bestuurde voertuigen is de snelheid van ieder tractievoertuig apart in te stellen. Van de ongeveer gelijk snel rijdende trams ben ik tot nu toe afgebleven, zodat een gelijkstroombedrijf mogelijk blijft, maar de notoire hardrijders zijn genadeloos aangepakt. De kolentram "Maria 7", de vierassige lok 23, en het uit 1980 daterende model van Ombouwer 36 zijn voorzien van decoders, respectievelijk Lenz, Tams en Lenz. De deugdelijkheid van deze digitalisering is op 14 augustus uitgebreid bewezen door onze jeugdige testpiloot Maarten den H., die de hele middag heeft gereden en gerangeerd met dit materieel. De verchipping gaat door, dat staat vast. Dat gaat nog vele driedimensionale uitdagingen opleveren, want binnen een tram is wel veel ruimte, maar door de vele vensters zie je ieder ontsnappend kabeltje. Na de drie hardlopers is de volgende kandidaat een net zo notoire langzaamrijder: dubbelgelede Combino (Bambino) 204. Ruimte zat voor een DCC-postzegel, daar op het dak!

Testpiloot Maarten staat klaar om digitaal te gaan rangeren op het eiland Waan


Ander werk betrof enige nazorg aan de bovenleiding van de nieuwe achterbak. Deze is uitgevoerd in 0,4mm roodkoperdraad, veel te dik maar goedkoop en bedrijfzeker. Ter plaatse van het scharnier halverwege de achterbak is de bovenleiding nu splitsbaar met het bij ons gangbare schaats- en haakje-systeem. Ook zijn spanveren aangebracht in alle bovenleidingen die op de achterbak eindigen. Alles hangt net een tikje strakker nu.



Ook één van de cruciale klapwissels op de achterbak, waar het enkelspoor (het gebogen spoor 6 dat rechtsonder het beeld binnenkomt) overgaat in dubbelspoor, is nabewerkt. Het terugveren van de wisseltongen verliep wat stroef, een gevolg van het monteren met een minimale tolerantie. Hier en daar in het mechaniek is de speelruimte vergroot tot zo'n halve millimeter, en voilà, klapperdeklap!
Het nieuwe open aanhangrijtuig 51, met de Shapeways-kunststofwielen, kreeg een stel onderling verbonden plunjers die contact maken met de linker- en rechterspoorstaaf. Niet erg voorbeeldgetrouw, maar van groot belang voor de bediening van de halteringsschakeling, waarbij de achteropkomende tram de stilstaande tram met de voeding verbindt door de geïsoleerde spoorstaven beide aan massa te leggen. (Voeding uit de bovenleiding.)